Uit het bestemmingsplan :
"5.3 Ontwikkeling
Wijzigingsbevoegdheid Albert Verweylaan
In het plangebied speelt één ruimtelijke ontwikkeling, namelijk de beoogde nieuwbouw aan de Albert Verweylaan. De gemeente Haarlem wil op het leegstaande terrein de bestemmingen 'Wonen' en 'Maatschappelijke voorzieningen' mogelijk maken. Gezien het huidige karakter van de buurt zijn zowel wonen als onderwijs hier wenselijk. Medio 2009 hoopt de gemeente een beslissing te nemen over de invulling van dit terrein. In het bestemmingsplan wordt voor de voorgenomen ontwikkelingen ruimte gereserveerd. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (zie artikel 6 van de voorschriften).
Uitbreiding onderwijs
De ruimte voor onderwijs is noodzakelijk i.v.m. uitbreiding van de school aan het Plesmanplein 8. De huidige school heeft uitbreiding nodig met ongeveer 1.000 m2 en een lokaal voor bewegingsonderwijs met een bvo van 455 m2. Deze heeft een bouwhoogte van ongeveer 6,5 meter. Daarnaast moet rekening worden gehouden met een schoolterrein van 600 m2 en ruimte voor een fietsenstalling.
Bestemmingsplan "Sinnevelt en Planetenwijk" (vastgesteld)
-Sociaal veilige woonomgeving.
-Bouwhoogte passend in de schaal van de buurt. Maximaal 13 meter hoog.
-Langzaamverkeerroute tussen A. Verweylaan en J. Perklaan van minimaal 3 meter.
-Open binnengebied met groene inrichting.
-Afstand tot A. Verweylaan minimaal 20 meter met in groenstrook minimaal één bomenrij.
-Rooilijn aan de A. Verweylaan bepaald de bebouwingsrichting.
-Nieuwbouw oriënteren op de A. Verweylaan. Wonen en/of maatschappelijk aan de straat.
-Parkeren op eigen terrein. Realiseren ondergronds gebouwde parkeervoorziening.
-Nieuwbouw minimaal 20 meter van bebouwing J. Perklaan.
-Relevante welstandscriteria uit welstandsnota.
De vertaling van de uitgangspunten is weergegeven op de verbeelding. Binnen het bebouwingsoppervlak mag met een maximale bouwhoogte van 13 meter worden bebouwd, met een maximaal bebouwingspercentage van 50%. De bebouwing is georiënteerd op de A. Verweylaan en de langzaamverkeersroute.
De langzaamverkeersroute met een minimale breedte van 3 meter maakt het mogelijk het open binnengebied te bereiken. Door het realiseren van een open binnengebied en de bebouwingsrichting niet te koppelen aan de school of andere objectmatige bebouwing krijgt de nieuwbouw en de bebouwing aan de J. Perklaan zowel een relatie met de aanliggende straten als met elkaar waardoor de bestaande bebouwing en dan met name de school als een duidelijk eigen wordt gerespecteerd. De bouwhoogte van maximaal 13 meter biedt de mogelijkheid een ondergronds gebouwde parkeervoorziening te realiseren. Het gehele bebouwingsvlak kan bestemd worden voor de ondergronds gebouwde parkeervoorziening. Door het laten doorlopen dan wel koppelen van de bomenrijen tussen het Plesmanplein en de A. Verweylaan wordt de relatie versterkt en ontstaat eenheid. Dit wordt nog sterker indien er alleen langsparkeren wordt gerealiseerd in de A. Verweylaan. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid dient rekening te worden gehouden met de aanwezige flora en fauna, zoals beschreven in paragraaf 4.6.
6 JURIDISCHE ASPECTEN
De beleidsuitgangspunten zijn op de verbeelding weergegeven als bestemmingen. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de verschillende regels (hoofdzakelijk bestemmingsregels) die hierop van toepassing zijn. Hierna wordt aangegeven hoe de verbeelding en waarderingskaart gehanteerd dienen te worden.
6.1 Inleiding
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht gemeenten bestemmingsplannen op te stellen. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Het gaat om een verbeelding met planregels en een toelichting daarop. Daarnaast biedt zowel de Wro als het Bro opties voor een nadere juridische inrichting van een bestemmingsplan. Hierbij moet worden gedacht aan de toepassing van ontheffingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden en het toepassen van nadere eisen. De bruikbaarheid van deze instrumenten is geheel afhankelijk van het doel van het bestemmingsplan en de gewenste bestemmingsmethodiek van de gemeente Haarlem. Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan moet voorzien in een passende regeling voor de komende tien jaar. Dat is in principe de geldigheidsduur van een bestemmingsplan.
Het juridische bindende onderdeel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De planregels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de voorschriften alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan is te karakteriseren als een conserverend bestemmingsplan. Dat betekent dat de huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden zoveel mogelijk zijn overgenomen en er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, met uitzondering van nieuwbouw aan de Albert Verweylaan (zie paragraaf 5.3).
6.2 Juridische planopzet
Bij bestemmingsplannen gaat het om de belangen van burgers en bedrijven. Zij dienen zich snel en op eenvoudige wijze een juist beeld te kunnen vormen van de planologische mogelijkheden en beperkingen op één of meer locatie(s). Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van groot belang voor degenen die deze plannen in grotere samenhang wensen te bezien. Denk hierbij aan degenen die betrokken zijn bij de planvoorbereiding, de planbeoordeling, het monitoren van beleid en de handhaving.
De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zo ook voor de regels.
De regels van het bestemmingsplan vallen conform het SVBP in 4 hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 regelt de bestemmingen en het daarop toegestane gebruik. Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Hoofdstuk 4 tot slot bevat de overgangs- en slotregels".
Wijzigingsbevoegdheid Albert Verweylaan
In het plangebied speelt één ruimtelijke ontwikkeling, namelijk de beoogde nieuwbouw aan de Albert Verweylaan. De gemeente Haarlem wil op het leegstaande terrein de bestemmingen 'Wonen' en 'Maatschappelijke voorzieningen' mogelijk maken. Gezien het huidige karakter van de buurt zijn zowel wonen als onderwijs hier wenselijk. Medio 2009 hoopt de gemeente een beslissing te nemen over de invulling van dit terrein. In het bestemmingsplan wordt voor de voorgenomen ontwikkelingen ruimte gereserveerd. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (zie artikel 6 van de voorschriften).
Uitbreiding onderwijs
De ruimte voor onderwijs is noodzakelijk i.v.m. uitbreiding van de school aan het Plesmanplein 8. De huidige school heeft uitbreiding nodig met ongeveer 1.000 m2 en een lokaal voor bewegingsonderwijs met een bvo van 455 m2. Deze heeft een bouwhoogte van ongeveer 6,5 meter. Daarnaast moet rekening worden gehouden met een schoolterrein van 600 m2 en ruimte voor een fietsenstalling.
Uitgangspunten:
-Duidelijke scheiding openbaar-privé. Bestemmingsplan "Sinnevelt en Planetenwijk" (vastgesteld)
-Sociaal veilige woonomgeving.
-Bouwhoogte passend in de schaal van de buurt. Maximaal 13 meter hoog.
-Langzaamverkeerroute tussen A. Verweylaan en J. Perklaan van minimaal 3 meter.
-Open binnengebied met groene inrichting.
-Afstand tot A. Verweylaan minimaal 20 meter met in groenstrook minimaal één bomenrij.
-Rooilijn aan de A. Verweylaan bepaald de bebouwingsrichting.
-Nieuwbouw oriënteren op de A. Verweylaan. Wonen en/of maatschappelijk aan de straat.
-Parkeren op eigen terrein. Realiseren ondergronds gebouwde parkeervoorziening.
-Nieuwbouw minimaal 20 meter van bebouwing J. Perklaan.
-Relevante welstandscriteria uit welstandsnota.
De vertaling van de uitgangspunten is weergegeven op de verbeelding. Binnen het bebouwingsoppervlak mag met een maximale bouwhoogte van 13 meter worden bebouwd, met een maximaal bebouwingspercentage van 50%. De bebouwing is georiënteerd op de A. Verweylaan en de langzaamverkeersroute.
De langzaamverkeersroute met een minimale breedte van 3 meter maakt het mogelijk het open binnengebied te bereiken. Door het realiseren van een open binnengebied en de bebouwingsrichting niet te koppelen aan de school of andere objectmatige bebouwing krijgt de nieuwbouw en de bebouwing aan de J. Perklaan zowel een relatie met de aanliggende straten als met elkaar waardoor de bestaande bebouwing en dan met name de school als een duidelijk eigen wordt gerespecteerd. De bouwhoogte van maximaal 13 meter biedt de mogelijkheid een ondergronds gebouwde parkeervoorziening te realiseren. Het gehele bebouwingsvlak kan bestemd worden voor de ondergronds gebouwde parkeervoorziening. Door het laten doorlopen dan wel koppelen van de bomenrijen tussen het Plesmanplein en de A. Verweylaan wordt de relatie versterkt en ontstaat eenheid. Dit wordt nog sterker indien er alleen langsparkeren wordt gerealiseerd in de A. Verweylaan. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid dient rekening te worden gehouden met de aanwezige flora en fauna, zoals beschreven in paragraaf 4.6.
6 JURIDISCHE ASPECTEN
De beleidsuitgangspunten zijn op de verbeelding weergegeven als bestemmingen. In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de verschillende regels (hoofdzakelijk bestemmingsregels) die hierop van toepassing zijn. Hierna wordt aangegeven hoe de verbeelding en waarderingskaart gehanteerd dienen te worden.
6.1 Inleiding
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht gemeenten bestemmingsplannen op te stellen. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Het gaat om een verbeelding met planregels en een toelichting daarop. Daarnaast biedt zowel de Wro als het Bro opties voor een nadere juridische inrichting van een bestemmingsplan. Hierbij moet worden gedacht aan de toepassing van ontheffingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden en het toepassen van nadere eisen. De bruikbaarheid van deze instrumenten is geheel afhankelijk van het doel van het bestemmingsplan en de gewenste bestemmingsmethodiek van de gemeente Haarlem. Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan moet voorzien in een passende regeling voor de komende tien jaar. Dat is in principe de geldigheidsduur van een bestemmingsplan.
Het juridische bindende onderdeel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De planregels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de voorschriften alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan is te karakteriseren als een conserverend bestemmingsplan. Dat betekent dat de huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden zoveel mogelijk zijn overgenomen en er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, met uitzondering van nieuwbouw aan de Albert Verweylaan (zie paragraaf 5.3).
6.2 Juridische planopzet
Bij bestemmingsplannen gaat het om de belangen van burgers en bedrijven. Zij dienen zich snel en op eenvoudige wijze een juist beeld te kunnen vormen van de planologische mogelijkheden en beperkingen op één of meer locatie(s). Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van groot belang voor degenen die deze plannen in grotere samenhang wensen te bezien. Denk hierbij aan degenen die betrokken zijn bij de planvoorbereiding, de planbeoordeling, het monitoren van beleid en de handhaving.
De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zo ook voor de regels.
De regels van het bestemmingsplan vallen conform het SVBP in 4 hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 regelt de bestemmingen en het daarop toegestane gebruik. Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Hoofdstuk 4 tot slot bevat de overgangs- en slotregels".
Uit het raadsbesluit 2009/149714 (24 september 2009) :
"De start van de planprocedure is in januari 2009 aangevangen. Nu komt het bestemmingsplan in de vaststellingsfase. Tijdens de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan zijn 6 zienswijzen ingediend. Tevens zijn ambtelijke wijzigingen aangebracht. Zienswijzen zijn ingediend door:
1. De heer Ruud Smit;
2. Hoogheemraadschap van Rijnland;
3. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal
4. Drs. M.M.C. van Schie en Ir. R.T.A. Karssing
5. Mw. Ienke Verhoeff
6. Wijkraad Sinnevelt"
1. De heer Ruud Smit;
2. Hoogheemraadschap van Rijnland;
3. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal
4. Drs. M.M.C. van Schie en Ir. R.T.A. Karssing
5. Mw. Ienke Verhoeff
6. Wijkraad Sinnevelt"
Wat was de zienswijze van de Wijkraad Sinnevelt? En was die zienswijze de zienswijze van de bewoners? Wanneer vonden de consultaties met bewoners en winkeliers plaats? Hoe?
"In de toelichting is een quickscan Flora- en Faunawet opgenomen ten behoeve van de wijzigingsbevoegdheid aan de Albert Verweylaan.
• In paragraaf 4.6 Natuurwaarden is de volgende tekst toegevoegd; "Voor de mogelijke ontwikkeling aan de Albert Verweylaan (zie § 5.3) is in de maanden april en mei 2009 een quickscan flora en fauna uitgevoerd. Hieruit komen de volgende conclusies: Gezien het waarschijnlijk voorkomen van meerdere soorten broedvogels zal niet gekapt mogen worden in het broedseizoen van zangvogels, van 1 april tot 1 augustus. Voor de herinrichting van het terrein hoeft geen ontheffing Flora- en Faunawet te worden aangevraagd. De aanwezige houtsingel is belangrijk voor de kwaliteit van de woonomgeving en heeft goede potenties voor stedelijk dierenleven. Deze strook zou plaatselijk verbreed moeten worden om de bestaande potenties in stand te houden'.
Wat betekent dit? Houtsingel? Welke/waar? Is die van belang voor kwaliteit van de woonomgeving maar een groen terrein niet? Het groene bestaande terrein biedt geen potenties? Het zal toch niet waar zijn dat strookjes verbreed moeten gaan worden en dat een groen DUURZAAM terrein vernietigd wordt....
Van de website Gemeente Haarlem : Milieu
"Haarlem streeft naar het bereiken en vasthouden van een goede basismilieukwaliteit, leefomgevingskwaliteit en duurzaamheid. Door het opstellen van integrale milieubeleids- en uitvoeringsplannen en het volgen van de resultaten van die programma's, stimuleert de afdeling Milieu de brede gemeentelijke aanpak om te komen tot een goede leefomgevingskwaliteit en duurzaamheid op alle gemeentelijke terreinen". Op de website van de gemeente zag ik zojuist : Burgerinitiatief.
"Het burgerinitiatief geeft de burgers het recht en de mogelijkheid om zelf een onderwerp op de agenda van de raad te plaatsen".
MENSEN KOM IN ACTIE! 13 meter, zijn dat vijf verdiepingen hoog? Gaat het Van Graaspad de in- en uitroute van een parkeergarage worden? Hoeveel extra autoverkeer en geluid gaat dat genereren in de betreffende J. Perklaan en A. Verweylaan en omliggende smalle straten?
Laat van u horen en plaats een reactie.







